Zoals eerder gemeld, vernamen wij dat op 3 september ll. de eerste stuurgroepvergadering plaats vond van de ISVAG-stakeholders post-ISVAG-convenant, luttele dagen nadat op 29 augustus ll. de Raad voor Vergunningsbetwistingen de door minister Demir aan ISVAG toegekende proefvergunning had vernietigd. Op deze vergadering werden van ISVAG-zijde alle aanwezige stakeholders gesommeerd om zoveel mogelijk de achterban te mobiliseren met de bedoeling minister Demir zoveel mogelijk onder druk te zetten om ISVAG zo spoedig mogelijk een nieuwe vergunning te verlenen.
Verleden week werd bijkomend ook de pers ingeschakeld en gevraagd om een paniekzaaiend artikel te brengen over de gevolgen van het arrest voor de continuïteit van de verwerking van het ISVAG-afval. Wat tot onze verbazing sommige media, w.o. VRTnws.be, trouwens ook weinig genuanceerd deden. Om verschillende onwaarheden in deze artikels recht te zetten, noopte dit de MINAraad tot volgend verzoek om rechtzetting.
Op 17/9 lanceerde het ISVAG-personeel dan weer een emotionele “open brief” in de pers, waarin andermaal minister Demir wordt opgeroepen om ISVAG zo vlug mogelijk opnieuw te vergunnen: Personeel ISVAG schrijft open brief aan minister om afvalverbrandingsoven in Wilrijk open te houden: "Er is geen beter alternatief" | VRT NWS: nieuws
En nog diezelfde dag voelde de handelsvereniging HIW (Wilrijk-Hoboken-Aartselaar) zich geroepen om op basis van deze open brief een petitie op touw te zetten, om op die wijze minister Demir nog meer onder druk te zetten.
Niettegenstaande het begrip dat we opbrengen voor het ISVAG-personeel, dat effectief het slachtoffer is van de blijkbaar onwrikbare tunnelvisie van de ISVAG-strategen en -bestuurders, kunnen we helaas opnieuw niet omheen de verschillende foutieve beweringen in de open brief geslopen. Deze vergen wel degelijk de volgende rechtzettingen
Bewering: Projecten met een groot maatschappelijk belang worden tegengehouden, ondanks dat ze aan alle wettelijke normen voldoen.
Het ISVAG-project is geenszins een project van groot maatschappelijk belang. Het is de Raad voor Vergunningsbetwistingen die indirect tot dit besluit kwam door het zogeheten instandhoudingsverzoek van ISVAG formeel van de hand te wijzen. ISVAG heeft immers sinds het eerdere vernietigingsarrest, twee jaar geleden, ruim de tijd gehad om een alternatief voor de verwerking van het afval van de vennoten uit te werken. En bovendien verwees de Raad ook naar het feit dat de verwerking van het ISVAG-afval ook nu reeds verzekerd wordt door de tot januari 2025 lopende overeenkomst tussen de intercommunales IBOGEM-MIWA-ISVAG enerzijds en INDAVER anderzijds. Uit ‘deel III. Technische bepalingen’ van het bijzonder bestek van deze overeenkomst blijkt dat INDAVER garandeert dat desnoods AL het afval van het ISVAG-werkingsgebied in haar installaties te Doel wordt verwerkt mét behoud van de overeengekomen tarieven.
Citaat: “Deze overheidsopdracht heeft tot voorwerp de verwerking van het restafval opgehaald door (of door dienstverrichters in opdracht van) Ibogem – MIWA - ISVAG. In hoofdzaak gaat het hier om het restafval van de huis-aan-huis inzamelingen (inclusief het gemeentevuil en vergelijkbaar bedrijfsafval) en het brandbaar grofvuil (ingezameld op de recyclageparken en bij grofvuilophalingen) binnen de verschillende werkingsgebieden. Op de beide afvalstromen is er nog geen enkele voorbewerking gebeurd.
De opdracht wordt verdeeld in 2 percelen:
Perceel 1 MIWA - Ibogem: 25.000 ton
Perceel 2 ISVAG: 40.000 ton.
De voorziene hoeveelheden zijn een schatting. De tarieven van de aanbieding worden op deze basis berekend. De vergoeding wordt berekend op basis van de effectief aangeleverde gewichten op de aanleverlocaties. De dienstverlener kan zich niet beroepen op enige schadeloosstelling indien de afgevoerde hoeveelheden kleiner zijn dan deze geschatte hoeveelheden. Bij de overschrijding van deze hoeveelheden mag de dienstverlener de aangeboden hoeveelheden niet weigeren en worden dezelfde tarieven behouden. In geval van overmacht of stilstand kan de dienstverlener geen schadeloosstelling vragen voor het niet beschikbaar zijn van de afvalstoffen.”
Bewering: De installatie van Indaver in de haven is mogelijk een optie, al is die gemaakt voor de verbranding van industrieel afval.
In flagrante tegenstelling met hier wordt beweerd, verwerkt INDAVER in het havengebied wel degelijk zowel industrieel afval als huishoudelijk afval, en dit reeds decennialang met alle nodige vergunningen. Zie in dit verband op de INDAVER-website: Municipal Waste Management - Indaver Zie tevens naar de onder punt 1. vermelde overeenkomst IBOGEM-MIWA-ISVAG met INDAVER. Verdere uitleg behoeft dit toch niet?
Bewering: Het afval zal voortaan over drukke verkeersaders moeten worden vervoerd.
Andermaal fout… Dezelfde hoeveelheid afval die tot dusver vanuit alle windrichtingen over de drukke verkeersaders, waaronder de A12, E19 en de Antwerpse ring van en naar ISVAG werd vervoerd, zal nu via overslag te Puurs en te Brecht door vrachtwagens over exact dezelfde drukke verkeersaders naar INDAVER worden vervoerd. Trouwens reeds vanaf 17/9 ontvangt ISVAG te Wilrijk geen afval meer.
Bewering: Het kan toch niet de bedoeling zijn dat een vergunning wordt ingetrokken terwijl er geen realistisch plan voor een betere oplossing is?
Indien ISVAG twee jaar geleden, in plaats van zich in te graven op de huidige, voor het milieu en de volksgezondheid schadelijke locatie, de uitgestoken hand van OVAM had aangenomen, was dit verwerkingsprobleem (dat er trouwens geen is…) reeds lang opgelost geweest. In haar advies d.d. 31.08.2022 m.b.t. het de ISVAG-hervergunningsaanvraag kon de OVAM zich slechts verzoenen met een vergunningstermijn tot eind december 2029 en stelde zij in functie daarvan het volgende voor: "De exploitant maakt in overleg met de OVAM op korte termijn (binnen de periode van 12 maanden) een planning op voor de evaluatie van de mogelijkheden voor de verwerking van het huishoudelijk afval uit het werkingsgebied."
En verder argumenteerde de OVAM in dit advies: “2.1 Capaciteitsplanning Het Lokaal Materialenplan en het Vlaams Energie- en Klimaatplan houden rekening met een capaciteitsafbouw van 25% voor de verwerkingsinstallaties voor restafval tegen 2030. Dit komt overeen met een afbouw van ongeveer 500 000 ton van de huidige vergunde verbrandingscapaciteit onder het uitvoeringsplan. Op basis van die te verwachten evolutie van het aanbod en de op vandaag vergunde installaties is een verdere uitbreiding van verbrandingscapaciteit op dit moment niet nodig. Nieuwe capaciteit en hervergunning of uitbreiding van bestaande capaciteit kan worden overwogen op voorwaarde dat ze op langere termijn klimaatneutraal is volgens de nog verder uit te werken criteria en voor zover ze past binnen de capaciteit die nog nodig zal zijn op langere termijn (2050).”
En laat nu net die klimaatneutraliteit dé ISVAG-achilleshiel zijn. Nooit immers zal ISVAG haar aanzienlijke CO²-uitstoot kunnen neutraliseren, om te beginnen alleen al omwille van ruimtegebrek, naast de te beperkte schaalgrootte. ISVAG zal daarom verplicht zijn om, als gevolg van de EU-ETS-regels, vanaf 2027 nog duurder wordende CO²-emissierechten (in de volksmond: “vervuilingsrechten”…) aan te kopen. Deze kosten zullen aan ieder gezin van het ISVAG-werkingsgebied worden doorgerekend. Bij INDAVER daarentegen is de schaal en de ruimte om desnoods op korte termijn CO² te gaan capteren wél aanwezig en ligt de infrastructuur voor doorkoppeling in functie van hergebruik zelfs reeds klaar…
Tot slot: Waarom voelt de handelsvereniging HIW zich geroepen om n.a.v. de open brief een petitie te organiseren? Zou het kunnen zijn omdat de ISVAG-voorzitter (tevens Wilrijks districtsburgemeester) bij HIW kind-aan-huis-is en elke vergadering of event bijwoont? Of misschien omdat de HIW-voorzitter de baas is van een van de drie Wilrijkse bedrijven die warmte afnemen van het door ISVAG met belastinggeld aangelegde mini-warmtenet?
Wij drukken de stellige hoop uit dat in het kader van een evidente journalistieke betrachting naar waarheidsvinding, de Vlaamse media deze rechtzetting van de Aartselaarse MINAraad ditmaal wel willen publiceren.
rechtzetting 18.09.2024 12u35:
Ons origineel bericht vermeldde dat de de overeenkomst met INDAVER loopt tot eind 2025. Dit is niet correct: de overeenkomst verstrijkt op 1/1/2025 en is tweemaal verlengbaar met telkens een periode van 1 jaar: “De opdracht neemt aanvang op 01 januari 2023 voor de beide percelen. De looptijd wordt bepaald op 2 jaar. Na het verstrijken van deze initiële looptijd kan de opdracht 2 maal verlengd worden met telkens een periode van 1 jaar, op basis van artikel 57, tweede lid, van de Wet van 17 juni 2016. De verlenging houdt in dat de contractuele voorwaarden ongewijzigd blijven. De verlenging kan enkel gebeuren na wederzijds akkoord tussen opdrachtgever en inschrijver. De verlenging moet worden goedgekeurd voor 01 september van het lopende jaar.”
Comments